QD-ervaringen uit Duitsland
Na de eerste QD stage in april van dit jaar organiseerde Inverde in september de tweede editie. Wederom in Duitsland, maar op andere locaties. Uitvalsbasis was de plaats Kindsbach in de deelstaat Rijnland-Palts, dichtbij de grote plaats Kaiserlautern. De begeleiding in Duitsland werd gedaan door Bernhard Hettesteimer en Manfred Witz, bosbouwers en bosbouwtrainers.
De bodem bestaat hier uit zand, plaatselijk aangevuld met leem. Dit gebied, met een gemiddelde regenval van 650-750 mm / jaar, is een stuk droger dan gemiddeld gezien in Noord Brabant (gemiddeld 700 – 900 mm per jaar). Een uitzondering daarop zijn natuurlijk de bossen die onder invloed staan van grondwater.
Beuken reageren sterk op QD
De eerste dag bezocht de groep opstanden bestaande uit eiken en grove den met beuken. Van beide soorten bekeek men twee opstanden met een verschillend beheer; de ‘nulsituatie’ met een beheer van licht dunnen (de zogezegd ouderwetse manier) plus een soortgelijke opstand waar 15 jaar geleden het QD-beheer was ingezet. Bij de eik was het verschil al aanzienlijk, maar bij de beuk was de groei helemaal snel. In 15 jaar tijd waren de QD-bomen daar met circa 15 cm gegroeid, dus 1 cm pér jaar.
TIP; een makkelijk te onthouden aanname is, is dat wanneer een boom 1 meter in de hoogte groeit hij 0,5 meter in lengte van takken groeit, dus toplengte : taklengte = 1 : 0,5.
Markeren dunningspaden en selectie QD bomen
De tweede dag moesten de handen uit de mouwen. In een jonge gemengde opstand, met onder andere eiken, beuken, berken en grove dennen, hebben de Nederlandse en Vlaamse bosbeheerders werkpaden/dunningspaden uitgezet. Deze paden worden pas over 5 jaar gezaagd, maar door ze op voorhand aan te wijzen, en daarna de QD-bomen, voorkom je dat er straks QD-bomen op de paden staan. Vervolgens zijn er ook daadwerkelijk QD-bomen aangewezen, en vervolgens de concurrenten hiervan, om deze vrij te zetten. Dat leverde genoeg nuttige discussies op. Deze eerste dunning werd diezelfde week handmatig uitgevoerd, waarbij het hout achterblijft in het bos. Voor ons vreemd, om dit hout van 5 tot bijna 25 cm dbh in het bos achter te laten. Hout wat in onze ogen geld oplevert en rendabel geëxploiteerd zou kunnen worden. Maar voor de Duitse collega’s is dit heel normaal. Bij de tweede vrijstelling (na 5 jaar) verkopen zij de gedunde bomen wel. Op dat moment zagen ze ook pas de reeds gemarkeerde dunningspaden.
Resultaat van het blessen/schalmen
Enkele dagen later kwamen de cursisten terug bij deze opstand, waar door een handploeg de gemarkeerde bomen waren verwijderd. Dan is mooi te zien of het blessen/schalmen op de juiste manier is gedaan. Vaak wel, maar er zijn ook plekken waarbij nog een extra boom weg had gemogen.
TIP: QD-bomen selecteren à 1) je moet op jonge leeftijd beginnen, 2) je moet hoge eisen stellen, 3) je moet je keus niet meer aanpassen.
Collectieve wildbescherming
In de bezochte Duitse bossen beschermen ze de natuurlijke verjonging op bepaalde plekken tegen wild, door deze collectief in te rasteren. Bij het zien van de ingerasterde verjonging, werd al gauw duidelijk hoeveel wild er buiten de rasters voorkomt. Buiten de rasters stond namelijk een heel enkel beukje of eikje, binnen de rasters stonden er een paar honderd, met name eikjes, per vierkante meter. Ook bij enkele ingerasterde kloempen van beuk van 5 tot 10 jaar oud, was te zien dat de beuken het goed doen. Van de circa 40 stuks die zij in een kloemp zetten was er een slagingspercentage van naar schatting 80 tot 90%.
Op de goede weg
De conclusie was dat we in de Brabantse bossen al op de goede weg zitten. Een nadeel bij ons is dat we vaak net wat te laat begonnen zijn in opstanden. Wat jammer is maar niet meer dan logisch; gezien de startsituatie in veel opstanden en dat we ‘pas’ 5 jaar bezig zijn met QD.